Wat is een eventueel vruchtgebruik?
Een eventueel vruchtgebruik, ook wel uitgesteld vruchtgebruik genoemd, is het recht van vruchtgebruik gevestigd of verkregen op de blote eigendom van een goed. Op het ogenblik van verkrijging van het eventueel vruchtgebruik behoort het actuele vruchtgebruik dus nog toe aan een derde.
Het eventueel vruchtgebruik kan pas worden uitgeoefend bij het uitdoven van het actuele vruchtgebruik van die derde. Dit op voorwaarde dat de “toekomstige vruchtgebruiker” nog in leven is op het moment dat het oorspronkelijke vruchtgebruik uitdooft.
In de praktijk
Eventueel vruchtgebruik kan je in de praktijk tegenkomen in situaties van erfopvolging waarbij een kind, die de blote eigendom in de nalatenschap van één van zijn zijn ouders erfde, zelf komt te overlijden.
Om het iets concreter te maken illustreren we dit aan de hand van een voorbeeld:
De echtgenoten Pierre en Agnes hebben één zoon, Stan, die gehuwd is met Isabelle. De gezinswoning van Pierre en Agnes behoort na het overlijden van Pierre toe aan Agnes voor de helft in volle eigendom en de andere helft in vruchtgebruik. Stan erft de helft in blote eigendom. Op het ogenblik dat Stan komt te overlijden erft zijn echtgenote Isabelle het vruchtgebruik op zijn volledige nalatenschap, waaronder de blote eigendom op de helft van de ouderlijke woonst.
Zolang Agnes nog leeft, heeft Isabelle enkel het eventueel vruchtgebruik op de helft van die woning. Dit zal pas actueel worden op het ogenblik dat Agnes komt te overlijden.
Wat in geval van verkoop?
Wanneer een goed waarop zo’n eventueel vruchtgebruik rust in volle eigendom wordt verkocht, zal ook de titularis van dat recht mee moeten optreden als verkoper. Zo niet, wordt zijn of haar recht niet mee verkocht. Bovendien zal de ‘toekomstige vruchtgebruiker’ ook aanspraak maken op een deel van de prijs.
Ben je als vastgoedmakelaar aangesteld voor de verkoop van een eigendom waarvan (één van) de blote eigenaar(s) voor overleden is, dan is het aangewezen om in samenspraak met de betrokken notaris na te gaan of er sprake is van een eventueel vruchtgebruik. Op die manier kan de “toekomstige vruchtgebruiker” mee betrokken worden in de verkoopprocedure. Bron CIB